Nieuws

Stichting Werkgroep Albanië Vriezenveen

Categories: Zendingswerk

In de week van 14 oktober ben ik vertrokken naar Tirana, Albanië om daar de eerste stappen te zetten voor de Stichting.

Na aankomst in Tirana ben ik doorgereisd naar Tepelenë, waar ik om 13 uur aankom. Ik kom hier al 12 jaar. Eerst met Kees Dasselaar, nu als afgevaardigde voor Stichting Werkgroep Albanië Vriezenveen.

Na de ontmoeting met onze contactpersoon zijn de plannen uitgewerkt voor de komende dagen.

Het eerste bezoek brachten we in Luzat bij twee alleenstaande moeders met 4 kinderen in de leeftijd van 2 tot 9 jaar. Zij wonen per gratie van de eigenaar in dit huis, anders zouden ze op straat leven, want werk hebben ze niet. Hier brachten wij een voedselpakket. Een vriendin van Vilma , die lerares is, brengt 2 van deze kinderen dagelijks met eigen vervoer naar school. Luzat ligt ongeveer 5.5 kilometer van Tepelenë. De avond gebruik ik om bekenden te bezoeken.

Het hoofd van de school(Ilda ) tipt ons een adres in Hormovë. 13 kilometer richting Gjirokaster. We besluiten daar naartoe te gaan. Zij kent de 19-jarige dochter van school. Deze dochter is hartpatiënt, zij heeft een gaatje in de hartklep()en daardoor een slechte gezondheid. Vanwege de kosten is een operatie geen optie…De moeder is zwaar depressief en niet in staat om voor hen beiden te zorgen. Zij wonen op een viskwekerij. Ook weer bij de gratie van de eigenaar. De moeder moet dan de vijvers schoonhouden. Ook hier bezorgen we een voedselpakket.

Die middag gaan we naar een alleenstaande vrouw met twee kinderen. Zij woont in de burcht. Zij krijgt van de overheid te weinig per maand om van te leven. Dit is met opgroeiende kinderen te weinig, waardoor er veel gebrek is. Het is huis is wel netjes en schoon, maar vervallen. Er is daarom ook geen enkele verzekering voor deze mensen. Ook hier bezorgen we een voedselpakket.

Omdat het ca. 1830 al donker is en er geen straatverlichting in alle delen van de stad is, kunnen we ’s avonds niets doen. We besluiten om nog twee gezinnen te bellen en hen de volgende dag te bezoeken. Ook deze mensen wonen in de burcht. Hier is geen openbare verlichting, dus wachten we tot de volgende dag. Als we bij het eerste huis komen, staat de bewoner ons al op te wachten. Hij is vader van twee dochter van 11 en 13 jaar. Zijn vrouw heeft hem verlaten. Hij geeft een hele lijst op met wat hij van ons wil hebben. We vragen of we binnen mogen komen, om te kijken wat zijn dochters nodig hebben. Hier zien we een dergelijke wanorde in de woning, dat we besluiten hem hierop aan te spreken. Als we dichter bij hem komen blijkt hij zwaar beschonken te zijn. Als we vragen naar de toestand binnen wordt hij boos op ons en eist weer allerlei dingen van ons. We kunnen niet concreet met hem afspreken wat er nodig is. Het huis is vies en het stinkt. We vragen hem om daar eventueel wat aan te doen, zodat het beter is voor de gezondheid van hem en zijn dochters. Weer begint hij allerlei eisen te roepen. We besluiten voorlopig maar weg te gaan en op een later moment nog eens weer te proberen als hij nuchter is.

In de middag bezoeken we het gezin Benny. Eén van de twee dochters is alleen thuis en is de was aan het doen met de hand. Haar vader werkt op dit moment. Hij verhuurt zich per dag op het plein voor klusjes. Zijn inkomen is zeer beperkt. Het huis is schoon, maar een geweldig krot van golfplaten en lossen betonblokken. Eén ruimte is te verwarmen, maar de douche en de keuken bevinden zich in halfopen ruimten van hardboard en golfplaat. Hier bezorgen we een extra groot pakket. Met de dochter(14 jaar) spreken we af dat we later in de middag terugkomen om met de vader te praten.

We maken ook een afspraak met een klusjesman genaamd Artie. Samen kijken we of we wat aan de badkamer kunnen doen. Er liggen open stroomleidingen en is samen met de lekkende kranen, een gevaar voor de gebruikers. Ook zitten er kieren in de muur waardoor de wind vrij spel heeft. Er ontbreekt verlichting en de spoelbak van de wc ligt eraf. We overleggen met Artie of er nog wat aan gedaan kan worden. Hij ziet wel mogelijkheden en gaat aan het meten. Vilma en ik gaan in de stad een tweede hands wasmachine te regelen voor Benny’s gezin. Deze zal de volgende week bezorgd worden door een vriend. Na de prijsopgave door Artie de klusjesman, laten we de boel repareren zoals afgesproken en vastgelegd. Vilma legt per dag de voortgang vast, omdat ik de volgende dag  in Tirana op bezoek ga bij Aad en Dieneke van der Maas. Waarna ik sterk onder de indruk van alles wat er gebeurd is, weer terug ga naar Nederland.

Namens de Stichting

Henk de Lange