een heerlijk lied der Israëliet

die optrekt naar het grote feest

en die compleet met hart en stem

zo optrekt naar Jeruzalem

verlangend loopt hij naar de stad

om God daar te ontmoeten,

Gods huis is immers alles voor hem

waar hij God wil ontmoeten

toch is hij nog steeds onderweg,

’t is nog een hele reis,

gedachten  gaan hem al vooruit

maar hij raakt echt niet van de wijs

’t is alsof hij al de mussen ziet

en zwaluwen druk eten

want daar wil onze dichter zijn,

hij komt toch nergens beter?

mag ik eens vragen: “kunnen wij

ook uitzien naar Gods dienst en huis

of voelen  w’ ons in deze tijd

daar al lang niet meer thuis?

meer dan de dichter weten wij

van Jezus en Zijn werk

en dat wordt week aan week verteld

ook bij ons in de kerk

kom dan terug en vlieg niet uit,

we komen niets tekort;

God zelf zorgt steeds dat alles ons

In Christus geschonken wordt!

G.K.